Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ui·te

Werkwoord

vervoeging van: uiten…
verbogen vorm: geuitee

geuite

  1. verbogen vorm van geuit, voltooid deelwoord van uiten

Bijvoeglijk naamwoord

geuite

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geuit

Gangbaarheid