Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tuigt

Werkwoord

vervoeging van
getuigen

getuigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van getuigen
    • Jij getuigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van getuigen
    • Hij getuigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van getuigen
    • Getuigt!