Nederlands

 
getijdenstroom
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tij·den·stroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord getijdenstroom getijdenstromen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de getijdenstroomm

  1. periodieke zeestroom die ontstaat door eb en vloed
     Deze week strandde de JeReVe bij een eilandje in de buurt van Tonga. Door de verraderlijke getijdenstroom en afgelegen ligging van het eiland duurde het enkele dagen voordat men aan boord kon gaan.[2]
     Er is volop keuze voor de bewoners: nog meer zonneparken, windmolens, betere isolatie van huizen en gebouwen, geothermie, getijdenstroom en opslag met behulp van waterstof. Ieder energieschaakstuk staat voor een hoeveelheid energie.[3]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Drugsboot met lijk strandt op Tonga” (Vrijdag 16 november 2012, 10:53), NOS
  3.   Weblink bron “Bewoners Ameland bepalen alternatieven voor aardgas” (Dinsdag 13 juni 2017, 17:10), NOS