gesprekstolk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gesprekstolk (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈsprɛkstɔlək / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·spreks·tolk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gesprekstolk | gesprekstolken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de gesprekstolk m
- (beroep) iemand die zorgt voor de vertaling van wat twee mensen die verschillende talen spreken tegen elkaar zeggen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'gesprekstolk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Mike van der VijverHet verschil tussen vertalen en vertolken : Over het werk van congrestolken, Genootschap Onze Taal, Den Haag in: Onze Taal , jrg. 66 nr. 4 (april 1997), p. 80
- ↑ Weblink bron Wammes BosDe tolk-vertalerschool puilt uit maar voor Maastrichtse tolk-vertalers is geen werk in: NRC Handelsblad, jrg. 20 nr. 172 (24 april 1990), p. 25 (O&W 5) kol. 2