Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spreks·nar·cis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gespreksnarcisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gespreksnarcismeo

  1. het op zichzelf gericht zijn in een gesprek en op een ander reageren door het delen van eigen ervaringen


Gangbaarheid