germanisme
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: germanisme (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɣɛrmaˈnɪsmə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ger·ma·nis·me
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans germanisme, in de betekenis van ‘uit het Duits overgenomen woord of uitdrukking, op te vatten als afgeleid van Germaan met het achtervoegsel -isme, in de betekenis 'in strijd met het eigen taalgebruik’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1817 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | germanisme | germanismen |
verkleinwoord | germanismetje | germanismetjes |
Zelfstandig naamwoord
het germanisme o
- (taalkunde) (pejoratief) woord of uitdrukking overgenomen uit het Duits of gevormd naar het Duits
- Germanismen worden tot de barbarismen gerekend.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
[1] benamingen voor barbarismen in het Nederlands:
Vertalingen
1. woord of uitdrukking overgenomen uit het Duits of gevormd naar het Duits
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ germanisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "germanisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
Gangbaarheid
- Het woord germanisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Noors
Zelfstandig naamwoord
germanisme m