geremigreerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·re·mi·greerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van remigreren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | remigreren… |
verbogen vorm: | geremigreerde |
geremigreerd
- voltooid deelwoord van remigreren