gereggert
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·reg·gert
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
gereggert
Opmerkingen
Werkwoord
gereggert
Werkwoord
(ich) hab gereggert
- zwakke verbuiging eerste persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van reggere [4]
(er, sie, es) hot gereggert
- zwakke verbuiging derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van reggere [4]