geparalyseerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·pa·ra·ly·seerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van paralyseren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | paralyseren… |
verbogen vorm: | geparalyseerde |
geparalyseerd
- voltooid deelwoord van paralyseren