generaliserende
- ge·ne·ra·li·se·ren·de
vervoeging van: | generaliseren |
generaliserende
- verbogen vorm van generaliserend, het onvoltooid deelwoord van generaliseren
generaliserende
- verbogen vorm van de stellende trap van generaliserend
vervoeging van: | generaliseren |
verbogen vorm: | generaliserendee |
generaliserende
generaliserende