Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nees·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geneesmiddel geneesmiddelen
verkleinwoord geneesmiddeltje geneesmiddeltjes

Zelfstandig naamwoord

het geneesmiddelo

  1. (medisch) een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Woordafbreking
  • ge·nees·mid·del

Zelfstandig naamwoord

geneesmiddel

  1. geneesmiddel