genationaliseerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·na·ti·o·na·li·seer·de

Bijvoeglijk naamwoord

genationaliseerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van genationaliseerd

Werkwoord

vervoeging van: nationaliseren…
verbogen vorm: genationaliseerdee

genationaliseerde

  1. verbogen vorm van genationaliseerd, voltooid deelwoord van nationaliseren

Gangbaarheid