gemobiliseerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·mo·bi·li·seerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van mobiliseren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | mobiliseren… |
verbogen vorm: | gemobiliseerde |
gemobiliseerd
- voltooid deelwoord van mobiliseren
- ▸ Hij zou zijn eerste hoorzitting gaan voeren, met de eis te winnen, ongeacht welke advocaat de tegenpartij had gemobiliseerd. Op dat punt was Henning heel duidelijk geweest, er was geen ruimte voor gepruts.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535