gemeenschapsparlement
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·meen·schaps·par·le·ment
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gemeenschap en parlement met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemeenschapsparlement | gemeenschapsparlementen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gemeenschapsparlement o
- parlement van één van de gemeenschappen van België
- In België kennen we de Vlaamse-, de Franse- en de Duitstalige gemeenschapsparlementen
Gangbaarheid
- Het woord 'gemeenschapsparlement' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.