gemeenschapsparlement

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·meen·schaps·par·le·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeenschapsparlement gemeenschapsparlementen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gemeenschapsparlemento

  1. parlement van één van de gemeenschappen van België
    • In België kennen we de Vlaamse-, de Franse- en de Duitstalige gemeenschapsparlementen 

Gangbaarheid