Nederlands

 
geluidsbox
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luids·box
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidsbox geluidsboxen
verkleinwoord geluidsboxje geluidsboxjes

Zelfstandig naamwoord

de geluidsboxm

  1. (muziek) behuizing voor een of meer luidsprekers
     Willem II biedt zijn excuses aan voor de herrie die afgelopen nacht uit een geluidsbox van het Koning Willem II Stadion in Tilburg kwam.[1]
     De selectie van Paris Saint-Germain is op trainingskamp in Qatar. Via een geluidsbox op hun rug kunnen de kamelen hun 'bestuurder' horen.[2]
     Alexa is een virtuele assistent in de vorm van een geluidsbox. Vooral in Amerika hebben veel mensen een Alexa in huis. De gebruiker kan commando's geven om de box bijvoorbeeld muziek te laten afspelen of iets op internet op te zoeken. Ook kan het systeem apparatuur in huis bedienen, als die eraan gekoppeld is.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geluidsbox stadion Willem II bezorgt Tilburgers slapeloze nacht” (Dinsdag 30 maart 2021, 15:12), NOS
  2.   Weblink bron “Neymar wint kolderieke kamelenrace van ploeggenoten PSG” (Donderdag 17 januari 2019, 13:15), NOS
  3.   Weblink bron “Slimme spraakcomputer lacht gebruikers uit” (Donderdag 8 maart 2018, 04:46), NOS