geloofsvraag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·loofs·vraag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofsvraag | geloofsvragen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) vraagstuk betreffende een bepaalde zaak binnen een godsdienst; een vraag over een bepaald aspect van een godsdienst
Gangbaarheid
- Het woord geloofsvraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.