geloofsovergang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·loofs·over·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofsovergang | geloofsovergangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geloofsovergang m
- (religie) het zich bekeren tot een nieuwe godsdienst nadat men eerst een andere religie heeft beleden
Gangbaarheid
- Het woord geloofsovergang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.