geloofsidentiteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·loofs·iden·ti·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geloofsidentiteit geloofsidentiteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geloofsidentiteitv

  1. (religie) de manier waarop men zichzelf definieert als gelovige; de manier waarop men door anderen gedefinieerd wordt betreffende de godsdienst


Gangbaarheid


Verwijzingen