geloofshaat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geloofshaat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·loofs·haat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geloof en haat met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofshaat | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de geloofshaat m
- haat tegenover (aanhangers van) een ander geloof
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geloofshaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.