Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·leend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: lenen…
verbogen vorm: geleende

geleend

  1. voltooid deelwoord van lenen
stellend
onverbogen geleend
verbogen geleende
partitief geleends

Bijvoeglijk naamwoord

geleend

  1. iets zonder betalen tijdelijk in gebruik hebbend zonder de eigenaar te zijn
    • Ik heb de geleende boeken naar de bibliotheek teruggebracht. 

Gangbaarheid