gelastte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gelastte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·last·te af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afgelasten |
gelastte af
- enkelvoud verleden tijd van afgelasten
- Ik gelastte af.
- Jij gelastte af.
- Hij, zij, het gelastte af.
- Ik gelastte af.
- ▸ Twee weken achter elkaar gelastte de Kaper het ijshockey in het Vasaparken tijdens het enige dubbeluur gymnastiek per week af.[1]
Gangbaarheid
- Het woord gelastte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767