Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·huif·de

Bijvoeglijk naamwoord

gehuifde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gehuifd

Werkwoord

vervoeging van: huiven…
verbogen vorm: gehuifdee

gehuifde

  1. verbogen vorm van gehuifd, voltooid deelwoord van huiven

Gangbaarheid