gehospitaliseerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·hos·pi·ta·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van: hospitaliseren…
verbogen vorm: gehospitaliseerdee

gehospitaliseerde

  1. verbogen vorm van gehospitaliseerd, voltooid deelwoord van hospitaliseren

Gangbaarheid