gehoorzaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gehoorzaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·hoor·zaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gehoor en zaal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehoorzaal | gehoorzalen |
verkleinwoord | gehoorzaaltje | gehoorzaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kunst) zaal voor voordrachten, colleges, muziekuitvoeringen enz
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord gehoorzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.