Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·gom·de

Bijvoeglijk naamwoord

gegomde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gegomd

Werkwoord

vervoeging van: gommen…
verbogen vorm: gegomdee

gegomde

  1. verbogen vorm van gegomd, voltooid deelwoord van gommen

Gangbaarheid