gegoedheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gegoedheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·goed·heid
Woordherkomst en -opbouw
- geen meervoud, afgeleid van gegoed met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gegoedheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het gegoed zijn
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gegoedheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.