geen peil op te trekken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geen peil op te trekken (hulp, bestand)
- IPA: /ɣemˈpɛilɔptəˌtrɛkə(n)/
Woordafbreking
- geen peil op te trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vaste verbinding van geen, peil, op, te en trekken, naar de zeemansterm "peil trekken op" "koers bepalen door plaatsbepaling ten opzichte van"[1]
in deze vorm, zie Opmerkingen
Frase
geen peil op te trekken
- (figuurlijk) onvoorspelbaarheid, niet te doorgronden
- Of we in uniform of in burger zijn is heel wisselend, daar is geen peil op te trekken. [2]
- Er was geen peil op te trekken wanneer hij thuiskwam. [3]
- Er lijkt geen peil op te trekken, hoe de mohammedaanse kiezersmassa zal stemmen. [4]
- Het was een zeurig, lusteloos spel en er viel geen peil op te trekken hoe nu het verloop zou zijn. [5]
Opmerkingen
- De officiële Woordenlijst Nederlandse taal noemt alleen "er is geen peil op te trekken", met "er" en "is" als deel van de vaste verbinding, maar dit lijkt minder volledig. In plaats van "er" kan ook "hier" of "daar" worden gebruikt. In plaats van "is" komt ook valt, lijkt, blijkt of schijnt voor. Verder is het nog mogelijk om in plaats van "geen" andere woorden die een ontkenning inhouden te gebruiken als "nooit", "niet echt" of "onmogelijk".
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'geen peil op te trekken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Pijl / peil (geen - op te trekken) op website: http://taaladvies.net; geraadpleegd 2016-12-07
- ↑ Zoethout, R.citaat in: "In 'no time' hulp in de Herestraat" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 107 nr. 299 (20 december 1994); p.13 kol. 6; geraadpleegd 2016-12-07
- ↑ Feiter, A. & A. Zijlstra"Gezin mag niet dupe worden van ambitie" in: De Telegraaf jrg. 102 nr. 33168 (24 september 1994); p. 67 (Vrouw, TA 3) kol. 7; geraadpleegd 2016-12-07
- ↑ "De socialisten vóór Algerijepolitiek van De Gaulle" in: De Tijd/De Maasbode jrg. 116 nr. 37671 (23 december 1960); p. 7 kol. 6; geraadpleegd 2016-12-07
- ↑ Duke"Uit Deventer. Go ahead —Be Quick 4—2." in: Het sportblad jrg. 27 nr. 23 (5 juni 1919) J.C. Schröder, ; p. 16 kol. 2; geraadpleegd 2016-12-07