geefgedrag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geefgedrag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- geef·ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geven ww en gedrag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geefgedrag | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het geefgedrag o
- de manier waarop mensen doneren aan een 'goed doel'
- ▸ Uit onderzoek van Bekkers dat volgend jaar wordt gepubliceerd, komt naar voren dat vrijwel alle Nederlanders wel eens doneren. "Ons onderzoek kijkt ook naar hoe het geefgedrag per huishouden verschilt; als je dat naast elkaar legt, dan zie je dat sommige huishoudens het ene jaar niet en het andere jaar juist wel geven. Het percentage mensen dat nooit geeft, komt dan uit op 2 procent."[1]
- ▸ De afdeling Filantropie Advies van ABN Amro MeesPierson vergeleek het geefgedrag van ruim duizend Nederlanders met een jaar geleden. Wat blijkt? Het aantal donateurs is met 81 procent van alle Nederlanders boven de 18 jaar zo goed als gelijk gebleven. Het bedrag dat mensen doneren is wel lager dan een jaar eerder.[2]
Gangbaarheid
- Het woord geefgedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Goede doelen in december: 'Juist nu willen mensen iets extra's doen'” (Zaterdag 18 december 2021, 17:00), NOS
- ↑ Weblink bron Natasja de Groot“Nederlanders blijven goede doelen steunen, maar geven minder gul” (24-05-2023), Tubantia