Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geef over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overgeven

geef over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgeven
    • Ik geef over. 
  2. gebiedende wijs van overgeven
    • Geef over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgeven
    • Geef je over? 


Gangbaarheid