gedragswetenschapper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·drags·we·ten·schap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedragswetenschapper gedragswetenschappers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gedragswetenschapperm

  1. iemand die het gedrag van mensen en dieren onderzoekt
     Ook het kabinet zou die boodschap beter moeten uitdragen, zegt gedragswetenschapper Victor Lamme. "Alle urgentie vanuit de overheid is ineens verdwenen. Er wordt min of meer gesuggereerd 'ach, het is nu wel weer oké, we kunnen weer naar de kapper, we kunnen weer op vakantie'. Dan krijg je natuurlijk vanzelf dat mensen de indruk krijgen dat het voorbij is."[1]
     Ook al zijn de praktijken sinds 2011 verboden, het ritueel gebeurt nu vaak 'ondergronds'. "Niet tijdens een grote publieke ceremonie, maar 's nachts in het geheim", zegt gedragswetenschapper Ernst Graamans. Hij deed onderzoek naar de manier waarop Amref Flying Doctors meisjesbesnijdenis bij de Masai bestrijdt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Dinsdag 21 juli 2020, 23:14
    “'Mensen die zich niet meer aan de adviezen houden, pak ze bij de kladden'” (Dinsdag 21 juli 2020, 23:14), NOS
  2.   Weblink bron
    Zondag 27 mei 2018, 15:25
    “Deze Masai-vrouw maakt een einde aan vrouwenbesnijdenissen” (Zondag 27 mei 2018, 15:25), NOS