gedragseigenaardigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·drags·ei·gen·aar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedragseigenaardigheid gedragseigenaardigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gedragseigenaardigheidv

  1. eigenaardigheid in het gedrag

Gangbaarheid