gedragsdeskundige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·drags·des·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedragsdeskundige gedragsdeskundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gedragsdeskundigev / m

  1. (beroep) iemand die een opleiding heeft genoten betreffende het doen en laten van mensen
     Volgens Dettmeijer schatten reclassering en gedragsdeskundigen de kans op herhaling niet op de juist manier in. Er is een goede methode beschikbaar, die wetenschappelijk is onderbouwd en breed wordt erkend als de beste, stelt Dettmeijer. Deze methode wordt toegepast in Groot-Brittannië, de VS, Australië en Canada, maar niet in Nederland.[1]
     De advocaat benadrukt dat hij geen gedragsdeskundige is, maar dat hij spreekt uit ervaring. "Ik heb in mijn praktijk veel mensen meegemaakt waar wel het etiketje gestoord of minder toerekeningsvatbaar op kon worden geplakt, en met Tarik heb ik niet de indruk dat het die kant op zou moeten gaan."[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Risico dat verkrachter opnieuw in de fout gaat nu niet goed ingeschat'” (Zondag 22 oktober 2017, 17:01), NOS
  2.   Weblink bron “Advocaat: Tarik Z. is niet in de war” (Dinsdag 12 mei 2015, 09:03), NOS