gedesillusioneerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·des·il·lu·si·o·neer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gedesillusioneerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gedesillusioneerd

Werkwoord

vervoeging van: desillusioneren…
verbogen vorm: gedesillusioneerdee

gedesillusioneerde

  1. verbogen vorm van gedesillusioneerd, voltooid deelwoord van desillusioneren

Gangbaarheid