gedachteoefening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·dach·te·oe·fe·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gedachte zn en oefening zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedachteoefening | gedachteoefeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gedachteoefening v
- een exercitie waarbij men probeert ergens een voorstelling in de gedachten van te maken
- ▸ We doen noodgedwongen deze collectieve gedachteoefening en dat is leerzaam. Na een crisis zijn mensen behoudender. Ze zullen bereid zijn om meer te investeren in bescherming, dan in louter groei.’[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gedachteoefening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “‘Een alternatieve wereld is ineens heel voorstelbaar geworden’” (15 mei 2020), NewScientist