Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·coif·feer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gecoiffeerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gecoiffeerd

Werkwoord

vervoeging van: coifferen…
verbogen vorm: gecoiffeerdee

gecoiffeerde

  1. verbogen vorm van gecoiffeerd, voltooid deelwoord van coifferen

Gangbaarheid