Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·brei·de

Bijvoeglijk naamwoord

gebreide

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gebreid

Werkwoord

vervoeging van: breien…
verbogen vorm: gebreidee

gebreide

  1. verbogen vorm van gebreid, voltooid deelwoord van breien

Gangbaarheid