gebral

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gebral    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·bral

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van brallen met het voorvoegsel ge-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gebral
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gebral o

1. aanhoudend luidruchtig snoeven

   • De Grave weet heel goed dat de VVD met rechts gebral niet gaat scoren in de hoofdstad. 
   • Want skyboxen hebben de schijn bij het volk natuurlijk tegen. Dat zijn stadionbars waar zelfbenoemde plaatselijke vips op kosten van de belastingbetaler zich vermaken met bier, gebral en voetbal. 
   • Ik voel me wat ongemakkelijk, met dat opgeschoten gebral om me heen. Toch blijf ik waar ik ben, want eigenlijk vind ik het onzin. Ik zat er eerst. Ik begin aan een broodje kipfilet, tot grote hilariteit van de jongens. 

Synoniemen

• snoeverij, gesnoef, geraaskal, gebluf, dronkenmansgezang, dikdoenerij

Vertalingen

    1.   

Engels: tall talk (en), bravado (en), boast (en)

Gangbaarheid

• Het woord gebral staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebral" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
76 %	van de Vlamingen.