Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·boor·te·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geboortelepel geboortelepels
verkleinwoord geboortelepeltje geboortelepeltjes

Zelfstandig naamwoord

de geboortelepelm

  1. een lepel die wordt gegeven ter gelegenheid van de geboorte van een kind
    • moeder kreeg voor haar kind een zilveren geboortelepel 

Gangbaarheid

Meer informatie