gebaarde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·baar·de
Woordherkomst en -opbouw
- ww: van gebaar ww met de uitgang -de
- ww, bn: van gebaard ww met de uitgang -e
- zn: van Middelnederlands gebaerde [1][2]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gebaren |
gebaarde
- enkelvoud verleden tijd van gebaren
- Ik gebaarde.
- Jij gebaarde.
- Hij, zij, het gebaarde.
- Ik gebaarde.
- verbogen vorm van gebaard, voltooid deelwoord van gebaren
Werkwoord
vervoeging van: | baren… |
gebaarde
Bijvoeglijk naamwoord
gebaarde
- verbogen vorm van de stellende trap van gebaard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebaarde | gebaarden |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de gebaarde v
- (verouderd) beweging van armen en handen om een boodschap over te brengen of te onderstrepen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gebaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.