Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·up·da·te·te
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

geüpdatete

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geüpdatet

Werkwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoordsvorm.

vervoeging van: updaten…
verbogen vorm: geüpdatetee

geüpdatete

  1. verbogen vorm van geüpdatet, voltooid deelwoord van updaten

Gangbaarheid