gaven af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ga·ven af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afgeven |
gaven af
- meervoud verleden tijd van afgeven
- Wij gaven af.
- Jullie gaven af.
- Zij gaven af.
- Wij gaven af.
Gangbaarheid
- Het woord gaven af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.