Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gassen
gaste
gegast
zwak -t volledig

Werkwoord

gassen [1]

  1. gas produceren
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

de gassenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gas
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen