Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·rant·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord garantstelling garantstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de garantstellingv

  1. het borg staan voor iets of iemand als deze een financiële verplichting niet zou kunnen nakomen
     FC Utrecht heeft wel een garantstelling van vier miljoen euro afgegeven voor de Europese licentie, maar er is onenigheid ontstaan over opleidingsvergoedingen van enkele spelers aan vroegere clubs. FC Utrecht dacht zelf aan alle onderdelen van de aanvraag te hebben voldaan.[1]
     Dat staat te lezen in de stukken van de gemeente Enschede waarin het college van B en W voorstelt de garantstelling van 32 miljoen aan de club te verlengen tot het einde van dit jaar.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Grijpt FC Utrecht voor de derde keer mis?” (Zondag 22 mei 2016, 11:58), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Licentiecommissie oordeelt 9 mei over Twente” (Woensdag 13 april 2016, 15:58), NOS