Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gan·su·spits·muis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gansuspitsmuis gansuspitsmuizen
verkleinwoord gansuspitsmuisje gansuspitsmuisjes

Zelfstandig naamwoord

de gansuspitsmuisv / m

  1. (insecteneters) Sorex cansulus   insecteneter uit de familie van de spitsmuizen (Soricidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Thomas in 1912. De soort komt voor in China.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie