Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gans·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gansrijden


onvolledig

Werkwoord

gansrijden [1]

  1. volksgebruik in de Belgische polderstreek dat eruit bestaat op een paard rijdend de kop van een opgehangen gans er af proberen te trekken

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen