Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fun·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘de dienst verrichten van’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1658 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fungeren
fungeerde
gefungeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

fungeren

  1. absoluut ~ als een bepaalde functie vervullen
    • Hij fungeert als voorzitter. 
     Ik zakte teleurgesteld neer op een houten bankje naast het raam en opende het gastenboek van het café dat als ‘trail-register’ fungeerde.[2]
     En omgekeerd zouden onze ouders als escorte en bescherming fungeren wanneer de Amerikaanse bommenwerpers opstegen vanaf het vliegveld Gardermoen in Noorwegen op weg naar verschillende doelen in de Sovjet-Unie.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Opmerkingen
  • "Fungeren" had oorspronkelijk alleen betrekking op personen. Tegenwoordig wordt het van zowel personen als zaken gezegd, dus als een volledig synoniem van "functioneren".
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. "fungeren" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be