friture
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fri·tu·re
Zelfstandig naamwoord
de friture v
- een zaak waar men gefrituurde zaken verkoopt.
- De friture is open, hoor.
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
frituren |
friture
- aanvoegende wijs van frituren
Gangbaarheid
- Het woord 'friture' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
friture v
- frituur
- (spreektaal) ruis, storing op de lijn
- «Je t'entends mal, y'a de la friture!»
- Ik hoor je slecht, de lijn stoort! [1]
- «Je t'entends mal, y'a de la friture!»