fraudeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fraudeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- frau·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
frauderen |
fraudeerde
- enkelvoud verleden tijd van frauderen
- Ik fraudeerde.
- Jij fraudeerde.
- Hij, zij, het fraudeerde.
- Ik fraudeerde.