fraudebureau
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fraudebureau (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfrɑudəbyˌro / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- frau·de·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fraude zn en bureau zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fraudebureau | fraudebureaus |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het fraudebureau o
- organisatie belast met het voorkomen en opsporen van bedrog en zwendel
- ▸ „Ik wil dat het Britse fraudebureau hier serieus werk van gaat maken en de waarheid aan het licht brengt. Mede daarom heb ik een debat in het Lagerhuis geïnitieerd”, zegt Collins.[1]
- ▸ Dalli had de portefeuille Gezondheid en Consumentenbeleid. Hij stapte deze week op in verband met een fraudezaak bij een Zweedse tabakproducent. Harde bewijzen voor Dalli's betrokkenheid bij de fraude waren er niet, maar volgens het Europese anti-fraudebureau OLAF wist hij er wel van.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord fraudebureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Pak FIFA wereldwijd via justitie aan'” (1 december 2014), NOS
- ↑ Weblink bron “Opvolger Maltese eurocommissaris” (20 oktober 2012), NOS