Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·ga·le·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotogalerie fotogaleries
fotogalerieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fotogaleriev

  1. expositie van foto's waar men ook foto's kan kopen
     "Toch denk ik dat we het wel gaan overleven", zegt directeur Erik de Jong. "We zijn druk bezig om andere geldstromen binnen te harken. We willen bijvoorbeeld een fotogalerie beginnen waar foto's te koop zijn."[1]
  2. expositie van een verzameling foto's
     John Hanning is een van de mensen achter het account en zelf seropositief. "Als ik de berichten lees moet ik soms zo huilen. Soms lees ik iets wat ik zelf heb meegemaakt." De fotogalerie is een eigentijdse versie van de beroemde aids-quilt uit de jaren tachtig. Deze lappendeken van meerdere voetbalvelden bevatte ook herinneringen aan slachtoffers van aids.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Tien musea op omvallen: 'Ons spaargeld is op'” (Donderdag 12 november 2020, 06:00), NOS
  2.   Weblink bron “'Aidsepidemie was als een oorlog, met een verloren generatie tot gevolg'” (Zondag 1 december 2019, 18:13), NOS